Het is een vaak gehoord argument dat er iets ethisch fout zou zijn met het bouwen van traditionele architectuur. Soms wordt het zelfs gezien als iets dat politiek fout is, maar meestal omdat het ‘niet meer van deze tijd’ is.
Ten eerste het ‘van onze tijd’ argument: er is geen natuurwet of decreet van god dat er maar één type architectuur bij de 21ste eeuw hoort, namelijk het Modernisme. Het is een hardnekkige mythe dat er een ’tijdgeest’ is die bepaalt wat we wel of niet zouden moeten bouwen. Wat we bouwen heeft invloed op de beleving van onze tijd, maar zou onze tijd ook een invloed hebben op wat we bouwen? Tijd zelf is onverschillig. Wij zijn, als mensen, degenen die moeten bepalen wat voor gebouwen we willen. Wij kunnen besluiten om te bouwen wat wij mooi, prettig, inspirerend of handig vinden – en als we dat besluit hebben genomen, hoort het resultaat automatisch ‘bij onze tijd’. Als dat resultaat traditioneel blijkt te zijn, dan is daar helemaal niks mis mee.
Politiek gezien is er ook een brede belangstelling voor traditioneel bouwen, zowel in Nederland als in het buitenland. Uit de meeste enquêtes blijkt dat zo’n 70% tot 80% van de bevolking een voorkeur heeft voor traditionele architectuur, vergeleken met moderne architectuur.
Helaas wordt architectuur soms gepolitiseerd: bijvoorbeeld als de discussie over architectuur soms gekaapt wordt door één partij (door het FVD bijvoorbeeld), waardoor een vertekend beeld kan ontstaan.
Niemand heeft alleenrecht op een bepaalde bouwstijl, en de connotaties met bouwstijlen kunnen ook gaandeweg veranderen. Zo ontstond klassieke architectuur voor religieuze doeleinden, werd toen ook voor publieke doeleinden gebruikt, herleefde in de Renaissance als symbool voor de oplevende humanistische waarden, symboliseerde democratie in de jonge Verenigde Staten, en werd in de 20ste eeuw ook door de Stalinisten en Nazi’s gebruikt. Inmiddels wordt het met name voor prestigieuze gebouwen gebruikt zoals universiteiten of landhuizen.
Kortom: architectuur is een middel, dat kan worden gebruikt uit vele overwegingen. Maar zoals we al schreven: niemand heeft er alleenrecht op, het is aan ons zelf om het voor het goede of het slechte te gebruiken. Het is niet de architectuur die ‘goed’ of ‘slecht’ is, maar de bedoelingen van degene die de architectuur toepast.